Abbas Ibn Firnas

Abbas Ibn Firnas
Ibn Firnas was een Berberse Moor uit Spanje en moet geleefd hebben tussen 810 en 877 n.Chr. Ibn Firnas werd geboren in het huidige plaatsje Ronda in Andalusië. Ronda staat bekend om de kloof El Tajo, die de stad in tweeën deelt. Ibn Firnas was niet alleen ingenieur, hij was ook musicus en poëet. Als ingenieur hield hij zich vooral bezig met de mogelijkheden die glas bood bij verschillende toepassingen. Na vele proeven kreeg hij het bijvoorbeeld voor elkaar om kleurloos glas te maken. Ook was Ibn Firnas een van de eersten die lenzen wist te ontwikkelen voor een vergrootglas.

Inspiratie van Ibn Firnas
Het verhaal gaat dat Ibn Firnas toen hij aan het hof in Cordoba werkte ene Armen Firman met een soort rudimentaire parachute van de top van de minaret van de grote moskee zag springen. Geïnspireerd door deze gebeurtenis zou Ibn Firnas daarna besluiten om zich alleen nog maar te richten op vluchtmechanica. 20 jaar lang zou hij zich daarna volledig wijdden aan het bestuderen van vogels, vallende bladeren en vleermuizen. Gedacht wordt dat Armen Firman echter ook de Latijnse naam kan zijn geweest voor Ibn Firnas.

Gebroken botten
Toen Ibn Firnas de zestig al was gepasseerd, dacht hij de perfecte zweefconstructie te hebben uitgevonden. Samen met verschillende vrienden en andere geïnteresseerden trok hij daarom naar de Sierra Morena, een heuvelkam nabij Cordoba, om zijn uitvinding te testen. Met zijn zelfgemaakte zweefvliegtuig wist Ibn Firnas zeker 10 minuten lang in de lucht te blijven. Het einde verliep echter minder vlekkeloos. Omdat zijn constructie geen staart bevatte, bleek het voor hem onmogelijk om een rustige landing te maken. Ondanks dat hij de val wel overleefde, brak Ibn Firnas hierdoor vrijwel alle botten in zijn lijf. Voor de rest van zijn leven was hij hierdoor overgeleverd aan hevige pijnen.

Leonardo Da Vinci
Afbeeldingen van Ibn Firnas’ zweeftoestel, lijken sterk op de tekeningen die Leonardo Da Vinci bijna 700 jaar later maakte. Da Vinci wordt over het algemeen gezien als de eerste westerse denker over vluchtmechanica. De mogelijkheid bestaat dat Da Vinci bekend was met het werk van Ibn Firnas. Of dit echt waar was zullen we waarschijnlijk nooit weten. Ibn Firnas wordt in de westerse wereld echter wél erkend als een van de eerste luchtvaartingenieurs. NASA heeft namelijk een van de maankraters naar Abbas Ibn Firnas genoemd.

Etnografie van Noord-Afrika 

Etnografie van Noord Afrika
Het is misleidend om te denken dat de scheiding tussen de twee bevolkingsgroepen in Noord Afrika, de Arabischtaligen en de Amazightaligen is gebaseerd op twee verschillende etnische groepen, namelijk de Arabieren en de Imazighen. Dit verschil is eerder te wijten aan het feit dat het Tamazight (taal) zich gehandhaafd heeft in de bergachtige gebieden die moeilijk toegankelijk waren voor indringers terwijl deze taal elders plaats moest maken voor een nieuwe het Arabisch.

Men kan met zekerheid zeggen dat verschillende bevolkingsgroepen zich heel vroeg in de Maghreb hebben gevestigd. Met uitzondering van groepen mensen die zich niet mengden met de lokale bevolking, namelijk de Europeanen sinds een eeuw ongeveer en de Joden sinds de oudheid, zijn alle andere volkeren opgenomen in de Amazigh massa. De semieten zijn hier en voorbeeld van: Feniciërs, Arabieren. Anderen zoals de Indo-Europeanen, Latijnen, Germaanse Vandalen, de Grieken alsmede de Turken en de Negroïde bevolking uit Afrika, het zuiden van de Sahara werden allen geassimileerd aan het Noord Afrikaanse cultuur. Toch mogen wij niet aannemen dat al deze elementen de etnische samenstelling van de Maghreb hebben veranderd. Het aantal was gering vergeleken bij de lokale Amazigh bevolking.

 
De Germaanse Vandalen waren slechts met een man of 80.000. De Arabische migratie was ook niet indrukwekkend groot. De legers die men naar Noord Afrika uit het Midden Oosten stuurde in de VII en de VIII eeuw konden maximum 150.000 man bereiken. Daarnaast moet men er rekening mee houden dat een aantal van hen gestorven zijn gedurende de veldtochten en de opstanden tijdens de Amazigh opstanden en oorlogen tegen de nieuwe invasie uit het Oosten. Men kan hieraan nog hooguit 200 a 300.000 mensen toevoegen waaronder kinderen, vrouwen, handelaren, missionarissen, die in de loop van de tijd zich nog eens kwamen vestigen. 

Al met al zal men dus kunnen concluderen dat de huidige etnische samenstelling van Noord Afrika min of meer hetzelfde is gebleven als in vroegere tijden, ondanks al deze nieuwe etnische groepen.

Bron: Charles-André Julien, Histoire de l’Afrique du Nord. Payot, 1952.

Kanker in de Rif

“Internationale misdrijven & het recht op schadevergoeding voor de slachtoffers. De casus van de Rif-oorlog 1921-1926”, is een Franstalig boek in 2014 gepubliceerd. Oorspronkelijke titel Crimes internationaux & droit des victimes à réparation: Le cas de la guerre du Rif-1921-1926.

Advocaat Mustapha Ben Cherif is auteur van het boek, een bewerking van zijn promotie-onderzoek aan de Universiteit van Perpignan, Frankrijk. Dit boek bevat belangrijke informatie onder andere uit het militaire archief van Spanje en Frankrijk de zogenaamde ‘beschermers’ van Marokko.
Prostaatkanker, keelkanker en bloedkanker komen in de Rif vaker voor dan in andere delen van Marokko, 60% meer volgens het Marokkaanse Kankerinstituut. Dit komt door het gebruik van chemische wapens tijdens Rif-oorlog 1921-1926 en de kernproeven in Algerije 1960. 
Exacte cijfers van het aantal Riffijnse doden tussen 1921 en 1926 zijn er niet. Wel zijn er schattingen van 50.000 tot 100.000 doden. De officiële Spaanse en Franse bronnen spreken over 15.000 doden.
Spanje en Frankrijk zijn direct betrokkenen bij deze humanitaire slachting. Juridisch zijn ze even verantwoordelijk als de Marokkaanse Makhzan, de heersende macht. 

Destijds werden niet de “rebellen” bestookt met deze verboden wapens, maar de wekelijkse markten, de waterbronnen en de dorpen in de Rif bewoond door ongewapende kinderen, vrouwen en oude mensen. Die werden structureel en op (zeer) grote schaal met chemische wapens gebombardeerd.
Ook de natuur is niet gespaard gebleven door deze barbaarse en terroristische daden. Bossen in de Rif waren ook doelwit van chemische aanvallen. Er zijn onderzoeken die aantonen dat de grond onvruchtbaar wordt als gevolg van het gebruik van chemische wapens. Het hele Rif-gebied is blootgesteld aan giftige gassen en bewoners hadden geen gasmaskers of bescherming, zoals de Europeanen. Spanje heeft toen meer dan 60.000 gasmaskers voor hun eigen mensen bij een Duitse bedrijf besteld.
De Marokkaanse overheid zal nooit serieus kijken naar dit dossier, want dat ligt politiek zeer gevoelig. De Marokkaanse Makhzan is ook betrokken geweest bij deze chemische genocide. De toenmalige Sultan van Marokko stemde in om de Rif met gifgassen te bestoken.
De Franse staat heeft wel erkend kernproeven in het buurland Algerije te hebben uitgevoerd. Het heeft wetten die schadevergoedingen regelen voor iedereen die kan bewijzen schade te hebben geleden door deze kernproeven. 

Frankrijk bezette Ouad Namous, Beni Ounif in het grensgebied bij Figuig in Marokko.

Frankrijk gaf in 1934 en 1935 toestemming aan Engeland om in bovengenoemd dorp de grootste en meest geavanceerde chemische proeven te houden. Door wetenschappers wordt bevestigd dat zowel deze als de Franse kernproeven in Algerije in de jaren vijftig zeer ernstige gevolgen hebben gehad voor de bevolking.
Tot op heden hebben Frankrijk als Spanje hun gruwelijke misdaden tegen de Riffijnen niet officieel erkend.
Toch zijn er schrijvers en wetenschapper uit deze landen die wel over dit onderwerp schrijven. 
De Marokkaanse staat ofwel de Makhzan heeft nooit dit onderwerp aangesneden en het onderwijs in Marokko besteedt er geen aandacht aan. 

Er is wel wetenschappelijk onderzoek gedaan door Marokkaanse, Spaanse, Duitse en Engelse geleerden.
Voor de slachtoffers en nabestaanden is het juridisch wel mogelijk Frankrijk of Spanje aan te laten vervolgen. Dat kan ook in Spanje of Frankrijk zelf.

In Italië heeft een Italiaanse rechtbank beslag gelegd op Duitse gelden na aanleiding van een Griekse gerechtelijke uitspraak over een zaak uit 1944.

Het vervolgen van deze koloniale machten heeft dus wel zin en kan resulteren in een positieve uitkomst, zoals die bij de holocaust processen.

De Franse spoorwegmaatschappij SNCF heeft onlangs toegegeven verantwoordelijk te zijn voor het vervoeren van holocaust slachtoffers.
– Misdrijven tegen de mensheid verjaren niet.

– Afspraken van de internationale vredesconferenties in Den Haag van 1899 en 1907.

– Het Protocol van Genève uit 1925.

Remzemmeth 

Remzemmeth / Nekor 

Remzemmath is een oude havenstad aan de kust van Alhoceima. Het was gesitueerd in de uitmonding van de Ghiss rivier, aan de noordoostelijke oever, tegenover het Nekor eiland. 

Remzemmeth was de enige haven voor uitvoer van handel uit de Nekor vallei. Verder had je destijds de haven van Bades en die van Temsamane. 


Het Nekor eiland, peñón del Alhucemas/ Tazrout n Nekor is een kleine rots, vlakbij tweetal andere eilanden, genaamd Isla del Mar en Isla del Tierra. Het ligt tegenover Remzemmeth en moskee el Mujahideen in Ajdir. Het heeft een strategische ligging die het mogelijk maakt te baai te overzien. Het eiland werd in 1560 door Spanje bezet. Momenteel wordt het eiland bevolkt door een Spaanse legereenheid. 


Nekor-stad werd gesticht door Said ben Idriss ben Mansour Nafzi, in de tweede eeuw van de islamitische jaartelling. Nekor-stad ligt ongeveer twintig mijl ten westen van Temsamane en tussen de Nekor en Ghiss rivier. Said ben Idriss overleed in 894 AD. Zijn zoon Salih volgde hem op. Gedurende zijn regeerperiode werd Nekor-stad door Noormannen uit Scandinavië aangevallen. De laatste aanval dateert uit het jaar 473 van de islamitsch jaartelling. De leider van de Almoraviden- dynastie, Youssef Ibn Tachfin verwoeste Nekor-stad en daarmee ook het Nekor- vorstendom. Sindsdien is het nooit meer herbouwd of bewoond geweest. Het Nekor-vorstendom heeft circa drie eeuwen bestaan.